De overheid slaagt er maar niet in om het aantal topvrouwen in het bedrijfsleven te laten stijgen. Het eigen streefcijfer van 20 procent werd bij lange na niet gehaald. Het aantal topvrouwen in de honderd grootste Nederlandse bedrijven bleef steken op 9 procent in 2009.
Dat blijkt uit de Emancipatiemonitor, een tweejaarlijks rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) en het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS), waarin de bureaus meten of het emancipatiebeleid van de overheid effect heeft.De overheid probeert het streefcijfer te halen door onder meer subsidie te geven aan bedrijven, die op hun beurt beloven maatregelen te nemen om extra vrouwen aan de top te krijgen. Sinds 2008 doen 160 organisaties, zowel in het bedrijfsleven als de non-profitsector, daaraan mee.
De overheid slaagt er wel in om meer vrouwen aan de top van de eigen organisatie te krijgen, aldus het rapport. De afgelopen jaren kwamen er steeds meer vrouwelijke ambtenaren en politievrouwen aan de top. De rijksoverheid haalde het eigen streefcijfer van 25 procent topvrouwen al in 2009, twee jaar eerder dan gepland.
De overheid spreekt niet alleen af hoeveel vrouwen er in de eigen top moeten werken. Ze wil dat in de hele maatschappij op elk niveau meer vrouwen gaan werken. Dat gebeurt steeds vaker. Hoewel de meeste vrouwen nog steeds in deeltijd werken, werken ze wel vaker dan twee jaar geleden meer uren. De gemiddelde arbeidsweek van vrouwen telde in 2009 25,3 uur.
Naar verwachting presenteert het kabinet-Rutte dit voorjaar zijn emancipatiebeleid voor de komende twee jaar. Toen premier Mark Rutte zijn eigen ministersploeg samenstelde kreeg hij nogal eens de kritiek de emancipatie uit het oog te hebben verloren. Zijn kabinet telt slechts vier vrouwelijke bewindslieden, minder dan de helft van het aantal vrouwen in de laatste ploeg van Jan Peter Balkenende.
(ANP)
