Dat tien procent van de mensen leiderschapstalent heeft, wil niet zeggen dat al die mensen zich ook in leidinggevende posities bevinden. Sommige mensen zijn zich niet bewust van hun talent, of kiezen er voor om hun leiderschapstalent niet in te zetten, dan wel alleen zichzelf te leiden (denk aan zelfstandig ondernemers). De poule van mensen met leiderschapskwaliteiten is daarmee al zeer gering. Van het kleine aantal "echte leiders" in managementposities dat er vervolgens overblijft, krijgen dan ook nog eens weinigen de kans om hun talenten daadwerkelijk te benutten.
Het lijkt wel alsof wij in Nederland een beetje allergisch zijn voor leiders. We vinden niet alleen dat iedereen gelijk is, we vinden ook dat iedereen moet gelijk zijn. Een leider is echter een schoolvoorbeeld van ongelijkheid. Een leider heeft meer macht, meer aanzien en verdient daarmee privileges zoals een hoger inkomen. Dat past niet helemaal in ons gelijkheidsdenken. We zien leiders daarom al gauw als dominant, autoritair of arrogant. We betichten hen er van dat ze op zichzelf gericht zijn en dat zij handelen uit geldingsdrang. "Wie denkt ‘ie wel dat ‘ie is?" Misschien voelen we ons zelfs een beetje door leiders bedreigd.Het gevolg is dat we onderaan de streep slechts een handjevol leiders overhouden die op managementposities terecht komen. Dat houdt logischerwijze in dat er blijkbaar een heleboel mensen zonder leiderschapskwaliteiten op leidinggevende posities zitten. Het gros van de managers is geen leider.
Lees het hele artikel van bestuurskundige Basile Lemaire hier (+ meer info).