Laat de ondernemersgeest waaien, want als je teamleden meer als entrepreneurs doen en denken, ben je beter uitgerust voor de uitdagingen van deze tijd.
Digitale revoluties, nieuwe businessmodellen, nieuwe strategieĆ«nā¦ Met meer controle ā regels, procedures ā ga je het niet redden in deze tijden. Integendeel: je hebt mensen nodig die zelfstandig werken, verantwoordelijkheid nemen, risicoās durven nemen en durven experimenteren. Je verhoogt het entrepreneurency-quotiĆ«nt van je team door drie dingen te doen.Ondernemersgeest in drie stappen
- Breek de kennissiloās binnen je team af. In volwassen bedrijven zijn taken en verantwoordelijkheden in teams vaak strak verdeeld. Zulke arbeidsverdeling is misschien efficiĆ«nt, maar het creĆ«ert ook een omgeving van gescheiden inzichten en onuitgesproken aannames over elkaars rollen en verantwoordelijkheden. Visualiseer eens in een diagram op een whiteboard een product of dienst waar het team verantwoordelijk voor is, met input van alle teamleden. Zodat ze inzicht krijgen in elkaars perspectieven, taken en intenties.
- Laat merken dat risicoās nemen gewenst is. De essentie van ondernemersgeest is risicoās nemen, nieuwe dingen proberen. En als iets dan niet werkt, leer je ervan en probeer je het opnieuw. In gevestigde ondernemingen zijn mensen dit niet gewend. CreĆ«er daarom een ruimte waarin het nemen van risicoās wordt gestimuleerd en beloond. En lanceer bijvoorbeeld een (klein) initiatief waarbinnen het team vrijuit vanuit de gewenste nieuwe mindset kan werken.
- Elimineer de term āfalenā. Accepteer dat niet elk initiatief een succes kan worden. Er gaat veel mislukken. De essentie: hou op met denken in termen van succes en falen. Ga naar uitkomsten kijken in termen van effectief en ineffectief. Iets is effectief ā Ć³Ć³k als het verwachte resultaat niet wordt gerealiseerd – als een individu of het team iets heeft geleerd wat zijn vaardigheden verbetert of wat helpt om de volgende poging anders aan te pakken. WĆ”t de uitkomst van een genomen risico ook is, het team kent de doelstelling ā testen, experimenteren, leren, in plaats van āwinnenā ā en kan dus de juiste vragen stellen: Hoe effectief was onze inspanning? Wat hebben we geleerd? Wat kunnen we gebruiken voor de volgende keer of bij andere activiteiten?