Als u zich ergert aan iemand, kijk eens wat diens intenties waren.
Een kleine test voor u aan het begin van deze column. Bekijk het volgende filmpje. Pauzeer op 0:53 en stel uzelf de vraag: wat heb ik gezien? Kijk dan het vervolg.https://www.youtube.com/watch?v=ubNF9QNEQLA
U heeft het er vermoedelijk niet best afgebracht. Mogelijk heeft u enkele van de veranderingen die zich voordeden gezien en daar is het bij gebleven. Maar troost u, u bent in goed en vooral talrijk gezelschap. Mensen zijn van nature heel matige, want vooral selectief waarnemende wezens.
In zijn boek Blikwisselingen (2008) vertelt Robert Dijkgraaf daarover een aardige anekdote. Volgens de overlevering kregen leden van een primitieve stam in Papoea-Nieuw-Guinea een film te zien van Manhattan. De antropologen die de beelden vertoonden, wilden deze mensen laten zien wat het moderne westerse leven inhield en waren nieuwsgierig wat ze na afloop allemaal hadden gezien. Het antwoord: ‘Een kip’.
Aanvankelijk waren de onderzoekers verbijsterd. Er waren bruggen, wolkenkrabbers, mensenmassa’s, auto’s, snelwegen, vliegtuigen en nog heel veel meer te zien geweest. Maar een kip? Ze besloten de film nog eens nauwkeurig terug te kijken en –inderdaad!- liep er ergens, een fractie van een seconde, een man met een kip door het beeld. Alleen die kip was wat de stamleden konden herkennen, al het andere ging aan hen voorbij. Dijkgraaf schrijft: ‘Er was eenvoudig geen haakje in het brein waaraan ze al die beelden van taxi’s, metro’s en flatgebouwen konden ophangen. Er was alleen plek voor de kip.’
Nu kun je dit verhaal op verschillende manieren bekijken (variërend van perspectieven als ‘domme inboorlingen’ of ‘arrogante westerse antropologen’), maar de kern lijkt me toch wel te zijn dat we als mens alleen dat zien wat past binnen ons blikveld, ons referentiekader of wereldbeeld. Of simpeler gezegd: we zien vooral wat we willen zien.
In het dagelijkse leven in organisaties is het niet anders. Zien we een organisatie als structuur, dan tekenen we harkjes en zien vooral taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden. Zien we een organisatie als reservoir van (onbenut) menselijk potentieel, dan gaan we bezig met talentmanagement. Een organisatie als verzameling werkprocessen zien, nodigt uit om lean te denken. Net als de inboorlingen van Papoea-Nieuw-Guinea zien we iets en hangen het aan ons favoriete haakje. Met als grote risico een beperkte blik en vervolgens een weinig adequate aanpak. Zoals Maslow zei, verandert de wereld in een spijker voor hij wie een hamer heeft.
De uitdaging is: probeer het eens anders te zien.
Als u zich ergert aan iemand, kijk eens wat diens intenties waren.
Als een project niet loopt doordat anderen steken laten vallen, onderzoek eens kritisch wat u daaraan wel en niet heeft bijgedragen.
Als u vooral problemen ziet, kijk dan eens wat er wel werkt.
Als u in uzelf zit te tobben, ga naar buiten en spreek enkele anderen.
Probeer het eens. Een man met een kip zult u hoogstwaarschijnlijk niet aantreffen, maar tien tegen een dat u een nieuw perspectief op het spoor komt.
Joris Brenninkmeijer is coach, organisatieontwikkelaar en lid van de redactie van het Tijdschrift voor Begeleidingskunde, het praktijkwetenschappelijk blad van de LVSC.